Go to Top

Het metabool syndroom en overgewicht

Obesitas pearArianne van Reedt-Dortland onderzocht of depressie en angststoornissen samenhangen met ‘metabole’ (=stofwisselings) factoren die de kans op hart- en vaatziekten vergroten. Metabole risicofactoren voor hart- en vaatziekten zijn: (1) ongunstige cholesterolwaardes in het bloed, (2) overgewicht, (3) hoge bloeddruk en (4) verhoogde glucosespiegels in het bloed (kenmerk van type 2 diabetes). Drie of meer van deze metabole risicofactoren voor hart- en vaatziekten samen wordt ‘het metabool syndroom’ genoemd. Door hun ongezonde effecten op het hart- en vaatstelsel voorspellen deze metabole risicofactoren samen meer dan de helft van alle gevallen van hart- en vaatziekten.

Van Reedt-Dortland vond dat mensen met ernstige depressieve of angstklachten meer kans hebben op ongunstige cholesterolwaardes en overgewicht, ook wanneer die depressieve en angstklachten op de langere termijn verbeteren. Het feit dat mensen met dergelijke klachten vaker roken en (mede daardoor) meer ontstekingsreacties in het bloed hebben bleek deze bevindingen deels te verklaren. De rol van andere mogelijke mechanismen – zoals voeding – moet in de toekomst nog bepaald worden. Ook bleek dat het gebruik van zogenaamde ‘tricyclische’ antidepressiva een grotere kans gaf op ongunstige cholesterolwaardes, overgewicht en hoge bloeddruk. Dit werd deels verklaard door ontregelingen van het autonome zenuwstelsel (dat deel van het zenuwstelsel dat automatische processen zoals bijv. de hartslag en het gebruik van energie regelt), wat mogelijk een bijwerking is van antidepressiva.

Van Reedt-Dortland keek tevens naar het verband tussen persoonlijkheidstrekken en jeugdtrauma met metabole risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Seksueel misbruik in de jeugd bleek samen te hangen met ongunstige cholesterolwaardes en overgewicht. Een verklaring hiervoor kan zijn dat seksueel misbruik een chronisch verhoogde activiteit van het stresssysteem kan veroorzaken. Openheid als persoonlijkheidskenmerk bleek juist beschermend te zijn voor ongunstige cholesterolwaardes en overgewicht, en ook voor hoge bloeddruk. Misschien zijn open persoonlijkheden wel ontvankelijker voor gezondheidsaanbevelingen. Deze kennis kan nuttig zijn bij het ontwikkelen van richtlijnen om metabool risico te verlagen. Voor meer informatie: lees de Nederlandse samenvatting van het proefschrift van Arianne van Reedt-Dortland.

Onderzoeker Deborah Gibson-Smith heeft specifiek gekeken naar de relatie tussen overgewicht en depressie in NESDA. Zo heeft ze onderzocht of mensen met overgewicht een grotere kans hebben op het ontwikkelen van een depressie en langer last hebben van depressieve symptomen in vergelijking met mensen met een gezond gewicht. In de media worden we voortdurend geconfronteerd met een ideaalbeeld van het lichaam en degenen die niet aan dit ideaalbeeld voldoen zouden wellicht minder zelfvertrouwen kunnen hebben waardoor ze zich meer terugtrekken en sneller een depressie ontwikkelen. Anderzijds kan het ook zijn dat  mensen die aan een depressie leiden hun eetgewoontes veranderen door een gebrek aan eetlust of door het gebruiken van eten voor comfort. Dus Deborah heeft ook bekeken of de relatie tussen depressie en gewicht misschien de andere richting op gaat: kan het hebben van een depressie leiden tot gewichtsverandering?

Deborah vond dat mensen met overgewicht inderdaad een grotere kans hebben op het ontwikkelen van een depressie dan mensen met een gezond gewicht. Dit verschil was echter niet groot en zou veroorzaakt kunnen worden doordat mensen met overgewicht sneller een chronische ziekte krijgen wat weer een depressie kan veroorzaken. Deborah heeft tevens gevonden dat het hebben van overgewicht geen invloed heeft op het langer aanhouden van de depressie, oftewel het ontstaan van een chronische depressie. Dat mensen met overgewicht sneller een depressie zouden kunnen ontwikkelen, lijkt dus vooral veroorzaakt te worden door chronische ziektes en niet door iets anders.

Zowel aankomen als afvallen in gewicht zijn twee typische symptomen van depressie. Maar wat gebeurt er met het gewicht over een periode van twee jaar bij mensen met en zonder depressie? En zijn er verschillen in de gewichtsverandering tussen  mensen die nu, nooit of ooit een depressie hebben (gehad)?  In de eerste plaats vond Deborah dat de deelnemers van NESDA elke twee jaar gemiddeld één kilo aankomen!  Over een periode van twee jaar tijd hadden mensen met een depressie een grotere kans om aan te komen of af te vallen in vergelijking met mensen zonder depressie. Mensen met een depressie bleven dus minder vaak stabiel in gewicht. Aangezien je door antidepressiva kan aankomen, hebben wij gekeken of dit het resultaat kan verklaren, maar dat bleek niet zo te zijn. Blijkbaar is er dus iets met de depressie zelf dat voor veel patiënten kan leiden tot een verandering in gewicht. Wij weten niet precies waarom dat is.  Het kan zo simpel zijn als een verandering in gedrag zoals meer of minder eten, of minder bewegen. Maar het kan ook meer complex zijn, zoals een ontregeling in het afweersysteem wat zowel aan depressie en overgewicht is gerelateerd. Vervolgonderzoek zal dit moeten uitwijzen.

wp ecommerce - e-commerce wordpress