Go to Top

Het autonome zenuwstelsel: overlevingsdrang zonder levensbedreiging

Als zich een gevaarlijke situatie voordoet, is het soms van belang dat jij daar bliksemsnel op reageert. Daar heeft het lichaam wat op bedacht: het autonoom zenuwstelsel. Het autonoom zenuwstelsel bestaat uit een sympatisch en een parasympatisch deel.

Stel,  je komt oog in oog met een levensgevaarlijke beer te staan; onmiddellijk sturen je hersenen een signaal naar het sympatische deel van het autonoom zenuwstelsel. Dit is het deel dat zorgt voor de adrenaline-kick; je lichaam wordt klaar gemaakt voor actie – vechten of vluchten. De beer gaat in de aanval, dus je moet vechten. Je gaat de beer te lijf met brullende geluiden en mikt elke steen naar hem die je kan vinden. De beer druipt tot je grote opluchting af en het parasympatische deel van je autonoom zenuwstelsel neemt het over – het deel dat zorgt voor herstel en rust.

Vroeger, toen we nog holbewoners waren, kwamen dit soort situaties veel vaker voor. Onze omgeving is sinds die tijd ontzettend veranderd. We leven in een snelbewegende maatschappij die veel van ons vraagt. We bevinden ons niet vaak meer in levensbedreigende situaties, maar ons autonoom zenuwstelsel reageert op stress-situaties alsof dat wel zo is. Af en toe een adrenaline-kick, zoals bij bungee-jumpen, is niet erg – en soms juist lekker, maar wanneer je dagelijks te maken hebt met een verhoogd stress-niveau kan dit gevolgen hebben voor je autonome balans (de mate waarin sympatische activiteit wordt gecompenseerd door parasympatische activiteit) en kan dit je lichamelijke en geestelijke gezondheid verstoren.

Wij denken dat een verstoorde autonome balans één van de mechanismes is ten grondslag aan depressie en angststoornissen. Binnen NESDA meten we activiteit van het hart om de autonome balans te bepalen. Daarbij kijken we enerzijds naar de gemiddelde hartactiviteit over het hele interview gezien, en anderzijds naar de stress-reactie: de verandering in hartactiviteit tijdens een stress-taak.

Ons onderzoek heeft uitgewezen dat de gemiddelde waarde van het autonoom zenuwstelsel niet anders is bij mensen met depressie en angststoornissen dan bij mensen zonder deze stoornissen. Het lijkt er wel op dat de stress-reactie van mensen met depressie en angst anders is. Vergeleken met mensen zonder depressie en angst  vertoonden mensen met depressie en angst verhoogde hartactiviteit tijdens het omschrijven van stressvolle perioden, maar juist verlaagde hartactiviteit tijdens het maken van een werkgeheugen-taakje.  Het lijkt erop dat depressie en angst gepaard gaan met een verhoogde stress-reactie alleen wanneer mensen geconfronteerd worden met persoonlijke, emotionele situaties die voorkomen in hun dagelijks leven.

Waarom een verstoord autonoom zenuwstelsel slecht voor je kan zijn, is gebleken uit ons onderzoek naar de gevolgen van autonome disbalans op het metabool syndroom. Het metabool syndroom is een cluster van risicofactoren die kunnen leiden tot hart- en vaatziekten, zoals een verhoogde taille-omvang, verhoogde bloeddruk en waardes van stoffen in het bloed. Wij vonden dat hogere sympatische activiteit (het lichaam vaak gereed maken voor actie) en verlaagde parasympatische activiteit (weinig tot rust komen) gepaard gaat met het metabool syndroom. Ook voorspelt verhoogde sympatische activiteit het toenemen van risicofactoren op hart- en vaatziekten 4 jaar later.

Kan je iets doen om je autonome balans te verbeteren? Dat lijkt er wel op! Ons laatste onderzoek wijst erop dat bepaalde leefstijlfactoren het autonoom zenuwstelsel kunnen beïnvloeden. Niet roken, gematigd alcoholgebruik en veel bewegen lijken een gunstig effect te hebben.

Mandy Xian Hu, promovendus NESDA bij VUmc

 

 

wp ecommerce - e-commerce wordpress