In NESDA willen we gaan onderzoeken of het microbioom bij mensen met een depressie of angststoornis verschilt van die van mensen zonder deze aandoeningen. Het microbioom wordt gevormd door al het genetisch materiaal van de bacteriën in de darmen. Wanneer verschillende bacteriesoorten niet in een goede balans aanwezig blijken te zijn, dan zou dit in de toekomst mogelijk hersteld kunnen worden. Daarom zullen we mensen in de huidige (zevende) NESDA meting vragen om mee te werken aan een nieuw deelonderzoek. Hiervoor vragen we mensen om een klein beetje ontlasting te verzamelen en ingevroren mee te nemen.
Darmbacteriën vervullen een belangrijke rol in ons lichaam. Vezels die voor ons onverteerbaar zijn, zoals vezels uit groente en fruit als uien en bananen, worden in de dikke darm gebruikt als voeding voor verschillende bacteriesoorten. Deze bacteriën scheiden op hun beurt stoffen uit die als brandstof gebruikt worden door onze eigen darmcellen. Deze uitgescheiden stoffen hebben ook een dempend effect op ons immuunsysteem en de eetlust. Mogelijk hebben ze ook een gunstig effect op de stemming. Darmbacteriën helpen dus niet alleen bij de voedselvertering, afweer, en de aanmaak van belangrijke vitamines, ze kunnen ook de psychische gezondheid beïnvloeden.
We kunnen het genetisch materiaal (DNA) van de bacteriën nauwkeurig meten in een klein beetje ontlasting. Zo kunnen we onderzoeken welke verschillende bacteriesoorten er verblijven in onze darmen en in welke verhouding ze aanwezig zijn. Er zijn al een aantal onderzoeken naar het microbioom gedaan bij mensen met psychiatrische aandoeningen. Deze onderzoeken toonden aan dat depressie en het gebruik van antidepressiva een relatie vertoonden met het microbioom. Daar willen we in NESDA meer van leren begrijpen.